Investeringskrediet
5 April 2023
Enkele jaren geleden start Tom samen met zijn vader een pop-up zomerbar op. Ze doen dit in een nieuwe opgerichte BV (vroegere BVBA). De zomerbar kent een groot succes. Toch wilt Tom zich na een jaar terugtrekken uit de zaak met zijn vader, Jan. Een persoonlijke borgstelling voor een klein investeringskrediet levert hem later meer dan wat kopzorgen.
Bij een borgstelling heb je twee soorten borgstelling:
Bij een persoonlijke borgstelling stel je jezelf borg voor de schuld van de hoofdschuldenaar. De hoofdschuldenaar is diegene die de schuld (meestal een lening, in het geval van Tom een investeringskrediet) aangaat en voor wie de schuld (geld van de lening) eigenlijk dient.
Betaalt de hoofdschuldenaar niet, dan kan de schuldeiser (bank) het openstaand saldo bij jou komen halen. De schuld volgt jou als persoon. Vandaar de naam “persoonlijke” borgstelling.
Anders is het bij een zakelijke borgstelling. Daar ga je een “zaak” als waarborg bieden. Dit zie je tegenwoordig voornamelijk bij de financiering van een eerste woning waarbij de ouders hun woning als extra waarborg in pand geven. Betaalt de schuldenaar (kind) zijn hypotheeklening niet meer terug, dan zal de bank zich ook tot de ouders kunnen wenden om het openstaand kapitaal in te vorderen. Het enige dat de bank dan kan doen is -in worst case scenario- de woning van de ouders verkopen. Indien er dan nog een rest schuld zou zijn, kan de bank niets meer tot de ouders beginnen. De borgstelling is beperkt tot de woning.
Tom staat in de statuten geregistreerd als oprichter en zowel hij als Jan staan aangeduid als bestuurders van de zaak.
Een jaar later wilt Tom uit de zaak stappen. Zijn ontslag wordt zo ook geakteerd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Tom gaat werken in loondienst en oefent zijn zelfstandige activiteit enkel nog uit in bijberoep.
Waar Tom echter niet bij stil heeft gestaan is dat hij zich bij de oprichting van de zomerbar persoonlijk borg heeft gesteld voor een lening, een investeringskrediet van 40.000 EUR.
Het duurt niet lang na het vertrek van Tom uit de onderneming of de zaken beginnen slecht te gaan. De uitbating laat te wensen over. Jan beheert de financiën niet goed. Het investeringskrediet wordt opeisbaar gesteld.
Jan ziet geen andere mogelijkheid meer dan het faillissement aan te vragen. Dit wordt uitgesproken.
De curator heeft echter niet voldoende activa om te realiseren en de schulden aan te zuiveren.
De bank richt zich nu tot Tom.
De bank kan dus geen tegoeden verwachten uit het faillissement en neemt het contract er bij. Daar vinden ze nog een waarborg, namelijk de persoonlijke borgstelling van Tom.
Ze schrijven Tom aan en eisen het openstaand kapitaal van 30.000 EUR in één keer terug.
Tom heeft zich destijds contractueel verbonden als persoonlijke borg. Zoals je hierboven al kon lezen, volgt de schuld de persoon.
In dit geval dus Tom. Die 30.000 EUR heeft hij ook niet zomaar op zijn spaarrekening staan.
Hij contacteert ons voor een oplossing.
We vernemen dat Tom huiseigenaar is met zijn vriendin en een hypothecair krediet hebben lopen. Onze kredietspecialist stelt hem voor om zijn bestaande hypotheeklening te herfinancieren en het bedrag van het investeringskrediet mee op te nemen in één nieuwe hypothecaire lening.
Op deze manier is Tom gered en behoudt hij zijn woning.
Tom zelf zal in de toekomst zeker nadenken vooraleer hij zich nogmaals persoonlijk borg stelt voor een schuld.
Zit jij in een gelijkaardige situatie als Tom? Neem dan contact op met onze kredietspecialisten. Wij maken graag tijd voor een gesprek en bekijken dan je mogelijkheden. Maak vandaag nog een afspraak.